Man met blauwe ton

Artikel: Het gevaarlijke stoffenbeleid volgens de implementatiestappen

Op 28 maart organiseerde onze collega Ina Dijkman (Manager Consultancy, Academy, en Research team, Stoffenmanager®) en Wesley Jacobs (Senior Accountmanager ITIS Products, ITIS) samen een Webinar waarin ze alle benodigde stappen bespraken die een bedrijf dient te doorlopen als het gaat om het werken met gevaarlijke stoffen. De besproken stappen zijn overeenkomstig met het 4-stappenplan van de Nederlandse Arbeidsinspectie. Ina Dijkman legt de toepassing van de Implementatiestappen verder uit.

Het veilig en gezond werken met gevaarlijke stoffen staat hoog op de politieke agenda. En dat is niet zo gek. Jaarlijks worden er nog steeds meer dan 3500 mensen ziek door het werken met gevaarlijke stoffen op het werk. Het ontstaan van beroepsziekten is dus een groot probleem. Dit probleem doet zich voor in allerlei industrieën zoals de gezondheidszorg, bouw, industrie en meer. Het is essentieel dat bedrijven die werken met gevaarlijke stoffen hier aandacht aan besteden. Het voorkomen van beroepsziekten is natuurlijk altijd beter dan het genezen ervan.

De implementatiestappen van Stoffenmanager®

Stap 1: Inventariseren

De eerste stappen die bedrijven moeten nemen zijn inventariseren en prioriteren. Kortom, welke gevaarlijke stoffen zijn er in huis? Met welke stoffen wordt echt gewerkt en welke stoffen bevinden zich in opslag? Deze onderwerpen maken deel uit van de Risico-Inventarisatie & Evaluatie (RI&E).

Wetgeving
De wetgeving rondom gevaarlijke stoffen is enerzijds vastgelegd in Europese wetgeving, maar ook in de Nederlandse wetgeving. Dit soort wetgevingen zijn onderhevig aan veranderingen. De herziening van REACH en CLP is bijvoorbeeld nog niet volledig en is uitgesteld tot eind 2023. Deze wetgeving heeft direct betrekking op de classificering en het labelen van gevaarlijke stoffen. In Nederland zijn producenten, formuleerders en eindgebruikers verplicht om aan deze wetgeving te voldoen. De handhaving op dit gebied wordt in Nederland uitgevoerd door de Nederlandse Arbeidsinspectie, als het gaat om de arbeidsveiligheid.

Focus van de Arbeidsinspectie
De Nederlandse Arbeidsinspectie stelt elke 3 jaar een programma gevaarlijke stoffen op. In de huidige versie (Meerjarenplan 2023-2026) staat duidelijk welke stoffen de grootste aandacht hebben: kankerverwekkende, mutagene, reprotoxische stoffen (CMR stoffen), sensibiliserende stoffen, irriterende stoffen en neurotoxische stoffen. Hiervan staan de CMR-stoffen op nummer 1. Dit zijn stoffen die kunnen zorgen voor: kanker (Carcinogeen), schade aan het DNA of erfelijk materiaal (Mutageen) en een negatief effect op de vruchtbaarheid of op de ontwikkeling van het embryo/foetus (Reprotoxisch). Helaas zijn CMR-stoffen overal te vinden in verschillende industrieën. Het is dus belangrijk om hier extra aandacht aan te besteden tijdens stap 1: de inventarisatie.

Herkennen van CMR-stoffen
CMR-stoffen zijn te herkennen aan specifieke H-zinnen afkomstig uit de REACH, CLP en GHS-wetgeving. Niet alleen de H-zinnen zijn belangrijk om mee te nemen in stap 1. Er zijn verschillende nationale en internationale gevaarlijsten. Op deze lijsten staan componenten (enkelvoudige stoffen) met specifieke eigenschappen (CMR, Sensibiliserend, verboden om toe te passen, gevaarlijk voor het milieu, etc.). Sommige lijsten hebben een wettelijke status, zoals de Nederlandse CMR lijst en anderen niet, zoals de SIN-lijst. In Stoffenmanager® zijn veel verschillende gevaarlijsten opgenomen om gebruikers te helpen in deze stap.

Stap 2: Beoordelen

Nadat de inventarisatie is afgerond volgt stap 2: beoordelen. De vraag die beantwoord moet worden aan het einde van deze stap is: is de blootstelling voldoende laag (onder de grenswaarde) en beheerst? In de Europese en Nederlandse wetgeving staat beschreven hoe je dit kan en mag doen. Om een goede beoordeling te kunnen maken kun je gebruik maken van een blootstellingsmodel.

Blootstellingsmodellen
Een blootstellingsmodel kun je vergelijken met een wiskunde formule, ook wel een algoritme genoemd. Het model kan de blootstelling aan een gevaarlijk stof berekenen in een bepaalde eenheid. Deze berekende waarde kan vervolgens worden getoetst aan de grenswaarde. Zo weet je dus of je een beheerste situatie hebt of niet. In de R14 (Guidance on information requirements and Chemical Safety Assessemt – Occupational exposure assessment) is te lezen welke tools er binnen Europa zijn erkend en zijn toegestaan. Het is belangrijk om te realiseren dat een tool bestaat uit één- of meerdere blootstellingsmodellen.

Het belang om aandacht te besteden aan het doorlopen van de implementatiestappen is groot. Op jaarbasis worden nog steeds heel veel mensen (langdurig) ziek door het werken met gevaarlijke stoffen.

Ina Dijkman | Toxicoloog | Manager Consultancy team (Stoffenmanager®)

Verschillen tussen de tools
Niet alle tools zijn hetzelfde en de verschillen zijn soms groot. Een belangrijk verschil tussen tools is de mate waarin een model conservatief is. Dit betekent dat om een model gaat die de blootstelling minder nauwkeurig kan meten en daarom sneller zal aangeven dat het om een onbeheerste situatie gaat. Het zal een hogere concentratie laten zien, dan een minder conservatief model dat de blootstelling accurater kan berekenen. U kunt een conservatief model prima gebruiken om een eerste screening te maken van uw producten, maar in de meeste gevallen zal u alsnog de stap moeten maken naar een minder conservatief model. De mate van conservatisme wordt in de literatuur aangeduid door middel van ‘Tiers’: Tier 1, Tier 2, en Tier 3. Tier 1 modellen zijn het meest conservatief, Tier 2 modellen zijn minder conservatief en Tier 3 modellen zijn geen modellen, maar daadwerkelijk blootstellingsmetingen. Het is daarom belangrijk om te weten met welk(e) model(len) u werkt.

De gecombineerde blootstelling
Na het in kaart brengen van de blootstelling op taakniveau, moet er ook aandacht zijn voor de gecombineerde blootstelling. Dit is iets anders dan het berekenen van een functiedaggemiddelde. Met het functiedaggemiddelde kunnen verschillende blootstellingsmomenten op een dag aan hetzelfde component (zuivere stof) opgeteld worden. Hierdoor brengt u de dag blootstelling aan een component in kaart. Maar wat nou als uw medewerkers met verschillende producten op een dag werken? Dan moet u dus een extra beoordeling uitvoeren om te kijken of er gecombineerde blootstelling kan plaatsvinden.

Stap 3: Beheersen

Het in kaart brengen van de gecombineerde blootstelling vereist expertise op het gebied van toxicologie. Een toxicoloog kunt u hierbij verder helpen. Stap 3 is het beheersen van de blootstelling. Deze stap moet in ieder geval doorlopen worden als er uit stap 2 blijkt dat de blootstelling onvoldoende beheerst is. In het geval van CMR-stoffen bent u verplicht deze stap altijd te doorlopen, ook al is de blootstelling lager dan de grenswaarde. Om tot beheersing te komen moet de arbeidshygiënische strategie toegepast worden. Deze strategie wordt ook wel de STOP-strategie genoemd.

Stap 4: Borgen

De laatste stap is de borging van alles wat u tot nu toe heeft gedaan en is een cruciale stap. U wilt uiteraard dat de medewerkers veilig en gezond kunnen werken. Onder de borging vallen veel verschillende onderwerpen zoals: het up-to-date houden van de VIB’s, het bijhouden van veranderingen in de wetgeving, het bijhouden van grenswaarden en de inzet van werkplekinstructiekaarten. Veel van deze punten nemen ook de nodige tijd in beslag. Naast tijd is het ook belangrijk dat alle stappen worden gezien als een dynamische cirkel. U bent dus niet klaar als u de 4 stappen een keer bent doorgelopen. Elke keer als er iets veranderd zal u opnieuw (een deel van) de stappen moeten doorlopen. Om echt tot een arbobeleidscyclus te komen moet de borging breder worden getrokken binnen de organisatie. Zo moeten de resultaten uit stappen 1 t/m 3 worden gebruikt voor het opbouwen van een register van blootstellingsrisico’s en worden meegenomen in het gezondheidsdossier van medewerkers.

Vragen? Neem contact met ons op!

Tijdens het webinar hebben Wesley en Ina uitvoerig over bovenstaande onderwerpen gesproken. Wilt u de hand-out van de presentatie nog inzien? Deze kunt u downloaden via onderstaande knop. Heeft u nog een vraag over een van de 4 stappen of wilt u weten wat Stoffenmanager® voor u kan betekenen? Kom dan met ons in contact via het contactformulier, of mail naar info@stoffenmanager.com